De Eerste Wereldoorlog markeerde het begin van de twintigste eeuw en was van grote invloed op de ontwikkeling van de moderne kunst. Docent Michel Didier begint deze studiedag in de zomer van 1914, toen het oorlogsenthousiasme ook onder kunstenaars groot was. Sommigen haastten zich naar het front om daar de oude wereld te vernietigen, anderen werkten als verslaggever of bij de camouflage. Achter het front zetten onder meer Malevich en Franz Stuck zich in voor propaganda voor het vaderland.

Weer anderen, zoals Marc Chagall, Fernand Léger, Gino Severini, legden effecten van de oorlog vast. Onder het krankzinnige aantal gesneuvelden bevonden zich veel getalenteerde jonge kunstenaars, denk aan Umberto Boccioni, Franz Marc en August Macke. Wie tegen de oorlog was vluchtte naar Zwitserland, waar dada werd geboren, of naar Nederland waar de Bergense School en De Stijl actief waren. Otto Dix, Ernst Ludwig Kirchner en George Grosz overleefden weliswaar het front maar bleven er in hun werk naar terugkeren. Max Beckmann onderging een ingrijpende stijlverandering en Käthe Kollwitz en Georges Rouault bleven de oorlog aanklagen. Ook in composities van Maurice Ravel en Edward Elgar klinkt la Grande Guerre na. Dit jaar wordt het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog massaal herdacht. Deze toepasselijke studiedag maakt duidelijk wat deze slachting in de wereld en in de kunsten heeft aangericht.