Mens-zijn, wat is dat eigenlijk? En hoe doe je dat? De filosofen Nietzsche, Heidegger en Sartre beantwoorden deze vragen vanuit een analyse van de (on)zin van het leven. Tegen de achtergrond van de industrialisatie, twee wereldoorlogen en eindigend bij de vrijgevochten jaren ‘60, werken de drie denkers uit wat het betekent om vrij te zijn. Maak deze pittige en uitdagende denkreis mee van absurdisme en betekenisloosheid naar vrijheid en schoonheid en uw leven zal nooit meer hetzelfde zijn.

In drie bijeenkomsten van 2 uur wordt steeds dezelfde opzet gehanteerd: van betekenisloosheid naar het inkleuren van je eigen bestaan. Nietzsche doordenkt de consequenties van de dood van God en wijst richting een nieuwe mens. Heidegger benoemt de absolute betekenisloosheid van het bestaan en zoekt met ons naar nieuwe betekenissen voor alledaagse dingen. Sterfilosoof Sartre neemt ons mee van walging naar de mogelijkheden van absolute vrijheid. Zo bewegen we vanuit de context van de late 19e eeuw door twee wereldoorlogen naar de vrije jaren ‘60. Gerko Tempelman gebruikt metaforen en denkexperimenten om steeds de betekenisloosheid van het bestaan te doen voelen: Nietzsche’s dolle mens, fragmenten uit existentiele toneelstukken van Arthur Miller en Sartre, kunst uit het Stedelijk Museum, voorbeelden van Homerus en de Griekse tragedies en een kind dat moederziel alleen werd achtergelaten in de ballenbak in de Ikea. Bij de interactieve tweede helft van de cursus wordt stilgestaan bij wat existentiele filosofie zegt voor nu, worden verschillende praktijkvoorbeelden behandeld van de uitwerking van deze filosofie (existentiele therapie, het gesprek over de dood, de rol van moderne technologie) en hoe de drie filosofen oproepen de zin van je eigen leven vorm te geven.

Voor uw informatie: het zijn drie hoorcolleges van 2 uur.