Albrecht Dürer was dol op reizen, vooral naar Italië. Wat hij daar zag, vertaalde hij in een nieuwe, originele beeldtaal. Zo kwam langzaam aan de focus van Noord Europese kunst steeds meer te liggen op het individu. Dat was duidelijk de invloed van de vroege renaissance, die langzaam naar kunstenaars boven Italië doorsijpelde. De lezing bij de tentoonstelling ‘Dürer - Cranach – Holbein. De ontdekking van de mens: het Duitse Portret rond 1500‘ laat zien hoe deze drie schilders aan het begin van de moderne tijd tegen de mens aankeken.   Prijs:

Duitse portretschilders uit die tijd zijn vooral bekend om hun realisme en subtiele psychologische inzicht van de geportretteerde. Dat is bijvoorbeeld heel goed te zien aan Holbeins portretten van Hendrik VIII, Erasmus van Rotterdam en Sir Richard Southwell. Maar ook Dürers zelfportretten en de vele werken van Cranach, waaronder het beroemde portret van zijn vriend Maarten Luther, getuigen van een meesterlijke techniek en een diep menselijk inzicht.

De tentoonstelling die te zien is in het Kunsthistorisches Museum te Wenen tot en met 4 september is een mooie staalkaart van de verschillende sociale klassen die deel uitmaakten van de samenleving in die tijd. We zien veel geestelijken, monniken, boeren en ambachtslieden. Zo bieden de portretten een fascinerend overzicht van de samenleving gedurende de late middeleeuwen en de vroegmoderne tijd, waarbij de opkomst van het protestantisme een grote rol speelde.

De drie meesters worden in een perspectief geplaatst met belangrijke kunstwerken - schilderijen, tekeningen en prenten, sculpturen en medailles – van tijdgenoten. Zo wordt nog eens goed het sublieme van Dürer, de ongekunsteldheid van Cranach en het realisme van Holbein benadrukt. De lezing is een absolute aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in het ontstaan van het mensbeeld in de noordelijke renaissance.

Prijs: <@prijs@>

(excl. entree museum, korting op entree met Museumkaart)