De drie powervrouwen van New York: Peggy Guggenheim (1898-1979), Abby Rockefeller (1874-1948) en Helena Rubinstein (1872-1965). Alle drie hebben zij een heel verschillende achtergrond, maar één ding hadden zij gemeen: hun aanzienlijke fortuin. Hun fortuinen waren respectievelijk afkomstig van de basisproducten zilver, aardolie en gezichtscrème.

Peggy Guggenheim was een kunstverzamelaar van formaat, bohemian en socialite. Als dochter van Benjamin Guggenheim en nichtje van Solomon R. Guggenheim kwam zij uit een rijke New Yorkse familie. Haar collectie is ondergebracht in The Peggy Guggenheim Collection in Venetië. Ook Abby Rockefeller was een socialite en filantroop, getrouwd met John D. Rockefeller. Zij was drijvende kracht achter het ontstaan van het Museum of Modern Art in 1929. De Pools-Amerikaanse Helena Rubinstein was entrepreneur op het gebied van cosmetica en een goede zakenvrouw. Zij groeide uit tot een van de rijkste vrouwen ter wereld.

Samen zijn zij belangrijk voor de moderne kunst in Amerika en wisten zij de Amerikanen vertrouwd te maken met de Parijse avant-garde. Hoe? U hoort het tijdens de lezing door kunsthistoricus Michel Didier, die u mee neemt naar het New York van deze steenrijke vrouwen.