Al sinds de eerste contacten, begin zeventiende eeuw, heeft Nederland een onmiskenbare belangstelling voor Japan. Ontdekkingsreizigers, kunstenaars en filosofen waren gefascineerd door de schoonheid, vormgeving en volksaard van het land. Een recent voorbeeld van onze interesse voor Japan zijn de publicaties van Nederlandse filosofen over het zenboeddhisme en de Kyotoschool. Beide denktradities komen tijdens deze studiedag uitgebreid aan bod.

Allereerst maakt u kennis met het zenboeddhisme en de bijbehorende praktijken. Er is aandacht voor teksten, maar vooral ook voor oefeningen die het 'ervaren' meer centraal stellen dan het 'verklaren'. Praten over zen is immers het meest 'onzennige' dat men kan doen. Want: zij die weten spreken niet en zij die spreken weten niet.
'Nietsheid' staat eveneens centraal in het denken van de twintigste-eeuwse filosofen van de Kyotoschool. Hun gedachtegoed is een fusie van oosterse en westerse filosofie, maar anders dan hun westerse collega's combineren zij een intellectuele aanpak met de opvatting dat denken over niets misschien nog wel nuttiger is dan denken over iets. Deze en andere oosterse wijsheden geven stof tot nadenken tijdens deze geestverruimende studiedag onder leiding van filosofe Fréderique Petit.