Het kan niet alle dagen feest zijn, maar van dit calvinistische credo trekt de Franse schilderkunst zich niets aan. De periode 1600-1900 lijkt een lang hoogtepunt. Het overzicht door Stefano Giani begint bij Georges de La Tour en eindigt bij het postimpressionisme en de grafische kunst van Toulouse-Lautrec.

Daartussenin overziet u het lange tijdperk van het classicisme van Poussin, Lorrain en David en verpoost u in de grillige achttiende eeuw met de rococo van Watteau, Boucher en Fragonard. Op weg naar de moderne kunst stopt u bij de romantiek van Géricault en Delacroix en het realisme van Daumier, Millet en Courbet. Vandaaruit wandelt u naar de landschapschilderkunst van Corot en de École de Barbizon en het impressionisme. Manet en Degas krijgen een eigen college, net als Monet en Cézanne. Er is tijd voor Ingres' salonkunst, voor Moreau en Puvis de Chavannes. En het Franse symbolisme is vertegenwoordigd met werk van Redon, Gauguin en de Nabis. Zoals u ziet ligt de nadruk op de negentiende-eeuw schilderkunst, die nergens anders zo koersbepalend was voor de kunstgeschiedenis als in Frankrijk. Bienvenue dans ce cours!

De collegereeks bestaat uit 10 hoorcolleges. Inclusief digitale hand-out