Halverwege de vijftiende eeuw ging de handel tussen Azië en Europa nog over land. Met paard en wagen vertrok men naar de Oost, met als grote 'poort' naar het oosten, Constantinopel. In 1453 werd deze stad echter ingenomen door de Ottomanen en was het voor christelijk Europa niet meer mogelijk om via land met Azië te handelen. Dit was het startschot voor vele ‘ontdekkingsreizen’ via zee. Niet alleen naar de Oost, maar ook naar het westen. In deze lezing staan deze ‘ontdekkingsreizen’ naar het oosten én het westen centraal. Hoe verliepen deze tochten en hoe verliep de interactie tussen de Europeanen en de oorspronkelijke bevolking van de gekoloniseerde gebieden? Hoe was het bijvoorbeeld mogelijk dat de Spaanse invasie in Zuid-Amerika een van de grootste bevolkingsdalingen in de hele geschiedenis inzette? Geloofde men echt dat de wereld plat was? Op deze en meer vragen wordt er tijdens deze lezing door historicus Merel Luijendijk antwoord gegeven. 

Vanaf Constantinopel neemt Merel Luijenduik u mee op reis op de Portugese schepen naar India. De Portugezen waren namelijk echte pioniers op het gebied van de ‘ontdekkingsreizen’ en brachten de ronding om de Kaap in kaart en waren de eersten die India via deze route wisten te bereiken. De reis vervolgt naar de Republiek der Verenigde Nederlanden, waaruit ook  flink werd gereisd. Zo vertrokken Henry Hudson en Willem Barentsz beiden vanuit de Republiek om een alternatieve route naar Azië te vinden. Tijdens de lezing maakt u kennis met de expansiedrift van Europa in de vroegmoderne tijd.