Zaltbommel, de stad waar de Gelderse veldmaarschalk Maarten van Rossem omstreeks 1535 zijn stadskasteel liet bouwen, herbergt nog veel architectonische decoraties die behoren tot de vroegste van Nederland. Het stadskasteel in Zaltbommel is daarmee een prachtig voorbeeld van de overgang van middeleeuwen naar renaissance. Naast een uitvoerig bezoek aan het stadskasteel van Maarten van Rossem, maakt u een wandeling langs de vele renaissancegevels die Zaltbommel rijk is. Daaronder zijn verrassend mooie te vinden, zoals die van het gouverneurshuis van Jan van Rossem en een rijkelijk met putti en arabesken versierde gevel in de Waterstraat. Na de wandeling, onder leiding van kunsthistoricus Robbie Dell’Aira, zal het duidelijk zijn: in Zaltbommel proef je de Renaissance.

De oude handelsstad Zaltbommel was in de zestiende eeuw een centrum van kunst en cultuur. Een opmerkelijke bewoner van het stadje was veldmaarschalk Maarten van Rossem. In zowel de Noordelijke als Zuidelijke Nederlanden voerde Van Rossem met zijn leger wrede en uitgekookte plunderingen uit. Welvarende Brabantse steden als Antwerpen en Leuven kwamen nog maar net met de schrik vrij. Het omliggende platteland werd echter geplunderd en platgebrand. Maar niet alleen moest de arme boerenbevolking het ontgelden, ook kregen de rijke inwoners van Den Haag in 1528 met de verwoestende troepen van Van Rossem te maken. Van Rossem werd daarom wel eens vergeleken met een bebaarde duivel die nergens voor terugdeinsde. Tegelijkertijd was de woeste Gelderse veldmaarschalk wel de man die als bouwheer de meest verfijnde en elegante vormen van de Italiaanse renaissance in de Noordelijke Nederlanden introduceerde.