In september 1841 kreeg de Amerikaanse portretschilder John Goff Rand het patent op een kleine uitvinding met grote gevolgen voor de schilderkunst: de verftube. De afsluitbare, tinnen cilinders waren rond het midden van de negentiende eeuw overal verkrijgbaar, wat leidde tot een ongekende bloei van de plein-air landschapschilderkunst. Voortaan konden schilders overal schilderen, vanaf een palet met een ongekende keuze aan kleuren, die vanuit tubes direct konden worden aangevuld. De verftube werd onbedoeld een belangrijk wapen in de strijd met de fotografie, die de schilderkunst had beroofd van het monopolie op het afbeelden van de werkelijkheid. Via de school van Barbizon leidde dit tot het impressionisme, waarin het weergeven van de eigen tijd hét thema werd.

De ontdekking van de verftube betekende een revolutie in de kunst. Ter ere van het 25-jarig jubileum van de Vrije Academie heeft Max Put een collegereeks samengesteld over 25 uitvindingen die de koers van de kunstgeschiedenis hebben bepaald. In deze lezing neemt Max Put u alvast mee naar een sleutelmoment in de kunstgeschiedenis: de uitvinding van de verftube.