Begin twintigste eeuw raakten Afrikaanse en Polynesische sculpturen en maskers in zwang in Parijs. Moderne kunstenaars als Picasso en Matisse legden een verzameling ervan aan. De invloed van deze sculpture nègre is duidelijk aanwijsbaar in hun werk, met name in het iconische werk van Picasso Les Demoiselles d'Avignon, en in dat van vele anderen tussen 1905 en 1940. Afrika drong in de jaren twintig zelfs door in de Art Déco-vormgeving: van meubels en lampen tot mode en sieraden. Tijdens dit college van Michel Didier hoort u over deze primitieve invloeden op de moderne kunst.  

Afrika was een onverbiddelijke rage in het Parijs van de jaren twintig. Dat begon al met de verzamelingen Afrikaanse maskers en beelden die kunstenaars als Matisse, Picasso en Derain aanlegden en de invloed ervan op kubistische schilderkunst en sculptuur van Brancusi, Modigliani, Zadkine en Giacometti. Na 1920 drong 'Afrika' door in ballet, mode en de vormgeving van chique appartementen. En Josephine Baker werd in bananenrokje de verpersoonlijking van het nieuwe, ongebonden levensgevoel.

Picasso primitif  | 28 maart t/m 23 juli 2017 | Musée du Quai Branly, Parijs