Halverwege de negentiende eeuw begonnen kunstenaars de stad te ontvluchten om in de natuur inspiratie op te doen. Vanuit de eerste kolonie in het Franse plaatsje Barbizon verspreidde de aandacht voor het onbedorven buitenleven zich naar andere plekken in Europa. In Duitsland, Denemarken, België en zeker ook in Nederland schoolden kunstenaars samen om zich te laten begeesteren door het landschap en door elkaar.

Met docent Karin Haanappel staat u stil bij het fenomeen kunstenaarskolonie en ziet u hoe onbeduidende dorpjes uitgroeiden tot artistieke broedplekken van formaat. Plaatsen die u virtueel bezoekt zijn onder meer Barbizon, Pont-Aven, Tervuren, Oosterbeek, Katwijk, Laren, Bergen, Domburg, Skagen, Worpswede en Nidden. Aan bod komen de aantrekkingskracht van deze landelijke locaties, de groepsdynamiek van de kunstenaars en de kunst die aan zee, op de hei en in de bossen werd gemaakt. Waarin verschilde het werk van de schilders van de Larense school van die van Domburg? Wat rest van de broedplekken van weleer? Is het fenomeen inmiddels uitgestorven of bestaan zulke plekken nog steeds? Kom naar deze studiedag en ga mee ‘naar buiten’!