De Matthäus Passion hoort bij Pasen. In de weken voor Pasen wordt het stuk talloze malen uitgevoerd.  Maar het is een muziekstuk dat eigenlijk alleen bedoeld is voor één moment, namelijk de vesperdienst op Goede Vrijdag. Vóór die dienst klonk er de hele Goede Week al muziek om het lijden voor te bereiden, bijvoorbeeld met de duisternislessen. En buiten de kerk mochten de hele vastentijd ook alleen maar religieuze stukken gespeeld worden in de theaters.  Muzikale meditaties en lithurgisch theater: er is zo veel meer lijdensmuziek om te beluisteren in de weken voor Pasen. Naast Bach, krijgt u onder anderen Charpentier, Telemann, Vivaldi, Buxtehude en Pergolesi te horen. De muziekstukken worden begeleid door beelden rond de passie, want beeld en muziek gaan hand in hand in de kerk.

Op Goede Vrijdag zelf poogde de kerk de mensen ook tussen de missen of diensten door in het heiligdom te houden. Muzikale meditaties op het lijden van Christus waren daar een goed middel voor, evenals het liturgisch theater: het naspelen van de gebeurtenissen op Golgotha. De hele middag kon de stervende Jezus aan het kruis bijgestaan worden door de gelovigen. De Zeven Woorden was daarbij een gangbare muzikale begeleiding. En na het sterven hield het niet op. De gelovigen zaten dan bijeen bij het Heilig Graf voor een wake, eveneens met mogelijk muzikale begeleiding.

Kortom: er valt nog veel meer lijdensmuziek te ontdekken. Schrijf u nu in voor het muzikale college door Saskia van Lier.