De weg van belcanto uit Napoli naar smartlappen in Mokum is bezaaid met armoede, weemoed en saamhorigheid. In de Jordaan was het leven van alledag tot 1960 zwaar. Enig vertier bracht theater Carré waar men voor vijftien cent naar een voorstelling kon. En daar hoorde men opera. Aria’s over andermans en eigen ellende maar ook vol hoop en belofte. Liedjes die pasten bij de schrijnende armoe in de overbevolkte Jordaan. Na de Tweede Wereldoorlog werd dit beeld geromantiseerd en ontstond een eigen Napolitaanse stijl in Jordanees dialect, vertolkt door zangers als Zwarte Riek, Willy Alberti en Johnny Jordaan. Smartlappen en pikketanissies horen bij Amsterdam en daarom vertelt musicologe Trui Rietveld van Opera aan de Gracht u graag over dit stukje cultuurgeschiedenis, waarbij voluit meezingen is toegestaan.

Bij video: Met dit lied won Johnny Jordaan (1924 -1989) in 1955 het Jordaanfestival. Er werden meer dan 1 miljoen platen van verkocht. Tante Leen eindigde als tweede met het nummer "Hand In Hand".