De families Cranach, Krabbé en Brueghel leverden meerdere schilders, maar in geen enkele familie stroomde het schildersbloed zo overdadig als in de familie Kruseman. Telt u even mee? Cornelis, Jan Adam, Frederik Marinus, Jan Theodoor en Hendrik Dirk. Vijf schilderende (achter)neven wier werk is samengebracht op de tentoonstelling Kruseman; Kunstbroeders uit de Romantiek in Museum Jan Cunen in Oss. Voorafgaand aan uw bezoek praat docent Barry Heinrichs u bij over het talent en de enorme productie van de neven Kruseman. Hun verzamelde portretten, landschappen, volkstaferelen, historiestukken en zeegezichten vormen een volledig overzicht van de Nederlandse romantiek. 

Uitblinken in bijwerk
Met name Cornelis (1797-1857) en Jan Adam Kruseman (1804-1862) behoren tot Nederlands meest gerenommeerde kunstenaars van de negentiende eeuw. Ze schilderden Bijbelse taferelen en onderwerpen uit de vaderlandse geschiedenis, maar ook moderne portretten, die zeer populair waren. Het publiek viel vooral voor het 'bijwerk': kleding, juwelen, meubilair en entourage. Het werk van de Krusemans werd gewaardeerd door de Hollandse high society; koning Willem I en II waren klant van de Krusemans. Het staatsieportret van koning Willem II, dat normaal gesproken in de Tweede Kamer hangt, zal voor het eerst buiten Den Haag te aanschouwen zijn. Eerst in Museum Jan Cunen in Oss en daarna in het Stedelijk Museum te Alkmaar, dat mede het initiatief tot de Kruseman-tentoonstelling nam.