Rijksmuseum Twenthe toont vroeg-Nederlandse schilderkunst uit eigen collectie en het Koninklijk Museum in Antwerpen, waaronder prachtwerken van Jan van Eyck en Rogier van der Weyden. De onderwerpen zijn diepreligieus, maar de uitwerking is verbluffend realistisch. De blik is meer gericht op de aarde dan op de hemel. Je zou kunnen zeggen dat in de vijftiende eeuw de mens de wereld en zichzelf ontdekt. Historici, filosofen en publicisten zoeken naar aanwijzingen voor deze stelling op Jan van Eyck, Rogier van der Weyden en de ontdekking van de wereld. De expositie werpt daarmee een nieuw licht op de Vlaamse Primitieven. Waren zij de hekkensluiters van de gotiek of de voorlopers van de renaissance? Wie kan daar beter antwoord op geven dan Martijn Pieters, voor wie het werk van Van Eyck en Van der Weyden geen geheimen kent?

Ommezwaai
In de vroeg-Nederlandse schilderkunst voltrekt zich een bijzondere revolutie. Rogier van der Weyden, Jan van Eyck en Dieric Bouts gaan de wereld afbeelden zoals zij hem zien. Jezus en Maria krijgen menselijker trekken en de stofuitdrukking wordt levensecht. Niet alleen in de schilderkunst gaat de blik van boven naar beneden, ook op andere gebieden vindt de zogenoemde 'onttovering' plaats. Ontdekkingsreizigers onthullen de ware vorm van de wereld en de geloofsbeleving wordt individueler. De vijftiende eeuw is een kantelpunt in de geschiedenis. En het werk van de vroeg-Nederlandse schilders Jan van Eyck, Rogier van der Weyden en de ontdekking van de wereld doet daar op schitterende wijze getuige van.