De middeleeuwen donker? Welnee, althans niet in Nederland. Tussen 400 en 700 na Christus lag ons landje er welvarend bij. De expositie Gouden Middeleeuwen in het Rijksmuseum van Oudheden toont aan dat de vroege middeleeuwen veel vrediger en gezonder waren dan altijd is gedacht. Recent archeologisch onderzoek bracht nieuwe kennis aan het licht over hoe we in de Merovingische tijd leefden, woonden, bouwden, ambachten bedreven en het geloof beleefden. Skeletonderzoek wees op een benijdenswaardige body mass index. Ook sieraden, glaswerk en wapens refereren aan een gezonde en voorspoedige tijd. Meer over het onderzoek en de getoonde objecten hoort u van archeologe Diana de Wild.

Nieuw begin
Op Gouden Middeleeuwen is veel aandacht voor het leven van gewone mensen, kinderen, ouderen en zelfs huisdieren. Zaken als woning, kleding en lichaamsversiering komen ruimschoots aan bod. Topstuk op de tentoonstelling is de gouden Gesp van Rijnsburg uit circa 600 na Christus. Het sieraad is zo vakkundig vervaardigd, dat het voor hedendaagse goudsmeden vrijwel onmogelijk is de gesp na te maken. Naast aandacht voor het kleine en alledaagse, wordt ook gekeken naar het grote verhaal, namelijk de veranderende kijk op de middeleeuwen. Van oudsher wordt de periode 400-700 na Christus tot de laat-Romeinse tijd gerekend. Gouden Middeleeuwen presenteert deze periode nadrukkelijk als het begin van een nieuwe tijd, een tijd die allesbehalve donker was.